Het Slötje
Als je goed om je heen kijkt, ontdek je de plek waar ooit het middeleeuwse kasteel De Dorth was. Lees verder
Als je in de bossen van het glooiende moerasgebied De Doort bent en goed om je heen kijkt, ontdek je de plek waar ooit het middeleeuwse kasteel De Dorth te vinden was. Tussen de Kanjelbeek en de Middelsgraaf vind je onder de eiken en kersenbomen nog de restanten van de aarden wallen, de doorgang en de drooggevallen gracht. Deze eeuwenoude resten markeren de contouren waar vroeger het kasteel heeft gestaan, bijgenaamd 'Het Slötje'
Functie Het Slötje
Wie zich Het Slötje op deze locatie kan voorstellen, kijkt terug in de geschiedenis - om precies te zijn naar de periode tussen 1432 en 1719. Tijdens de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw hebben verschillende adellijke families het kasteel in handen gehad. Wat exact de functie van Het Slötje was, is nog onderwerp van archelogisch onderzoek. De ligging zou kunnen wijzen op een vluchtplaats voor mensen en dieren in moeilijk begaanbaar gebied. Het kasteel zou ook een verdedigingswerk geweest kunnen zijn bij de grens tussen de graafschappen Gelre en Gulik.
Legende juffrouw zonder kop
Het Slötje vormt het decor voor de oude lokale legende over de 'juffrouw zonder kop'. Vrouwe Cecilia van Hamal had in 1498 na de dood van haar echtgenoot en slotvoogd Willem van Vlodrop de verdediging van het kasteel voor haar rekening genomen. Het kasteel hield geen stand en Cecilia werd onthoofd door de bevolking van Echt. Na haar dood liet ze het gebied niet met rust: met har hoofd in haar handen spookte ze rond in de morassige gebieden van De Doort en vermoordde iedere inwoner van Echt die de pech had om haar pad te kruisen. In een ketel kookte ze hun hoofden. Alleen wanneer iemand zonder te spreken door haar begraven schat zou opgraven, zou haar vloek verbreken.